Een van de voordelen van het in onderling overleg regelen van de gevolgen van een echtscheiding, is dat je met elkaar afspraken kunt maken die in een procedure niet zouden kunnen worden afgedwongen. Denk bijvoorbeeld aan de afkoop van partneralimentatie. Afkoop kan om meerdere redenen interessant zijn. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld een vervelende gedachte dat ze bij een ‘reguliere’ partneralimentatie, waarbij maandelijks een bedrag wordt betaald, steeds met elkaar geconfronteerd worden. Ook speelt onzekerheid een rol: tenzij daarover andere afspraken kunnen worden gemaakt[1], kan namelijk iedere relevante wijziging van omstandigheden aanleiding vormen om de alimentatie te wijzigen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een inkomensdaling als gevolg van ziekte of werkloosheid, of aan de geboorte van een kind met een nieuwe partner. Het idee dat in dat soort situaties steeds weer overleg moet plaatsvinden over een aanpassing van het alimentatiebedrag, levert vaak stress op. Vandaar dat sommige mensen zich willen oriënteren op de mogelijkheid van afkoop van de partneralimentatieverplichting.

Afkoop kan verschillende voordelen hebben:

  • De alimentatiegerechtigde heeft een groot geldbedrag ineens ter beschikking waarmee hij of zij bijvoorbeeld een woning kan financieren;
  • De alimentatieplichtige kan de afkoopsom ineens aftrekken. Voor veel alimentatieplichtigen is het in verband met de beperking van de aftrek van partneralimentatie[2] met ingang van 1 januari 2020 aantrekkelijk om nog in 2019 af te kopen;
  • Partijen zitten niet meer aan elkaar vast en weten waar ze aan toe zijn.

Afkoop kent ook nadelen:

  • De alimentatiegerechtigde betaalt ineens een grote som aan belasting over het ontvangen bedrag; [3]
  • Als er na betaling van de afkoopsom een wijziging van omstandigheden optreedt, kan de overeenkomst in principe niet worden opengebroken. [4] Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de alimentatiegerechtigde kort na ontvangst van het bedrag gaat samenwonen met een nieuwe partner als waren zij gehuwd. Voor de alimentatieplichtige kan dit voelen alsof hij/zij ‘voor niets’ heeft betaald. Normaal gesproken eindigt het recht op partneralimentatie immers op het moment dat de alimentatiegerechtigde gaat samenwonen.

Om het nadeel van de belastingheffing bij de alimentatiegerechtigde te beperken, kan met de afkoopsom een lijfrente worden aangekocht. Het bedrag wordt dan niet ineens aan de alimentatiegerechtigde uitbetaald, maar in termijnen. Daardoor wordt de belastingdruk gespreid. In het grootste gedeelte van de gevallen heeft dit als gevolg dat de alimentatiegerechtigde minder belasting betaalt, omdat hij/zij in een lagere schijf valt. Van deze mogelijkheid wordt dan ook regelmatig gebruik gemaakt. Een van de voorwaarden voor deze optie is dat de afkoopsom aan een professionele verzekeringsmaatschappij wordt betaald.[5]

Bankspaarproduct

Wat niet iedereen zich realiseert, is dat in het geval van de aankoop van een lijfrente het recht op de nog niet gedane uitkeringen niet aan de erfgenamen van de alimentatiegerechtigde toekomt op het moment dat deze laatste komt te overlijden. Dit vloeit namelijk terug in de kas van de verzekeraar.

Sinds mei 2019 is hiervoor een oplossing beschikbaar. De staatssecretaris van Financiën heeft namelijk een besluit[6] genomen waaruit voortvloeit dat de afkoopsom ook mag worden gestort in een bankspaarproduct.[7] Een van de voorwaarden luidt dat bij overlijden van de alimentatiegerechtigde het recht op de nog niet gedane uitkeringen over moet gaan op diens erfgenamen.[8] Partijen hoeven dus niet bang te zijn dat  de bank ‘profiteert’ van het voortijdig overlijden van de alimentatiegerechtigde.

Let op: de staatssecretaris heeft wel een voorbehoud gemaakt. Als het parlement niet akkoord zou gaan met een desbetreffende wetswijziging, komt de goedkeuring van de staatssecretaris te vervallen. Tussentijds afgesloten contracten worden wel geëerbiedigd. Het is raadzaam om, als u gebruik wil maken van de mogelijkheid die het besluit biedt, daarover vooroverleg met de Belastingdienst te voeren.

Heeft u vragen over de afkoop van partneralimentatie? Neem dan contact op met familierechtadvocaat en mediator Geeske van Campen.

Heeft u vragen over de nieuwe optie van afkoop via banksparen? Neem dan contact op met fiscalist Joep Korsten


[1] Het is mogelijk om een niet-wijzigingsbeding af te spreken. Dit kan echter niet worden afgedwongen.

[2] https://www.forwardadvocaten.nl/nl/help-kan-ik-straks-mijn-partneralimentatie-niet-meer-aftrekken

[3] Let op: er bestaan mogelijkheden om dit te ondervangen. Als partijen nog fiscaal partner zijn, kan er worden ‘geschoven’ met de aftrekpost. Per saldo krijgt de betaler dan geen belasting terug en hoeft de ontvanger geen belasting te betalen. Dit luistert nauw; laat u hierover goed informeren door een deskundige!

[4] Een overeenkomst tot afkoop van partneralimentatie wordt namelijk vrijwel altijd gecombineerd met een niet-wijzigingsbeding.

[5] Art. 6.5 Wet IB 2001

[6] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-30558.html

[7] Dit is geen officiële term. Het besluit spreekt van het ‘afsluiten van een lijfrente in de vorm van een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht bij een bank, een beleggingsonderneming, een beheerder van een beleggingsinstelling of een instelling voor collectieve belegging in effecten.’

[8] Analoog aan het bepaalde in artikel 3.126a, zesde lid, Wet IB 2001. Zie voor de volledige opsomming van de voorwaarden het besluit (onder 9.3.4).

Spread the word. Share this post!

Vragen over dit artikel? Neem contact op met Joep Korsten.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Voor fiscale updates en adviezen
Naam
E-mailadres
×